Oplossingen

Wat willen we bereiken, Wat hebben we nodig, Kostenberekening

Weightless Bricks Act II: Collaboration

Paula Strunden & Johan Cruwys

Wat willen we bereiken

Het Moonshot Digitale Cultuur is een stip op de horizon, een punt waar we naartoe willen als sector. Wat we willen bereiken is dat Digitale Cultuur een duidelijk veld is dat opnieuw erkend en herkend kan worden als sector met een heldere identiteit en infrastructuur. Zo zal de sector kunnen floreren en doorgroeien op nationaal en internationaal terrein en kunnen bijdragen aan de creativiteit en technologische vooruitgang van Nederland, het welzijn van allen in de sector, de schoonheid van digitale cultuur an sich en een gezond werkveld vormen voor de nieuwe generatie.

Om een sectorbreed initiatief op te zetten voor het Digitale Cultuur-veld hebben we met dit Moonshot een eerste stap gezet. Hierbij willen we ook de beleidsmakers in Nederland een goed beeld geven van het reilen en zeilen van de sector en daarbij houvast en input bieden voor de beleidsperiode 2024-2028.

Wat hebben we nodig

De afgelopen tien jaar ontbrak het aan serieus en samenhangend overheidsbeleid met betrekking tot Digitale Cultuur. Wij onderschrijven dan ook het recente advies van de Raad voor Cultuur aan de overheid (OCW, EZK, BZK) en cultuurfondsen om in nauwe samenwerking met de culturele en creatieve sector een meerjarige, strategische digitaliseringsagenda op te stellen, met beleidsconsequenties en financiële middelen om dit beleid uitvoerbaar te maken, en parallel daaraan subsidieregelingen te ontwerpen die (beter) aansluiten op de digitale praktijk.

Ten eerste zijn er een aantal zaken die de sector zelf kan bewerkstelligen zoals bijvoorbeeld de kansen en uitdagingen op de politieke agenda zetten, een actie waar dit Moonshot een voorbeeld van is. Door de stakeholders binnen de sector op regelmatige basis bij elkaar te halen en te praten over de dingen die spelen in het veld, kunnen we elkaar ondersteunen en samenwerkingen stimuleren. Daarnaast zijn er een aantal zaken waar extra aandacht voor zou moeten komen. Voor een aantal van de knelpunten zou een beroepsorganisatie vergelijkbaar met de BNO, de Nederlandse beroepsvereniging voor ontwerpers, een rol kunnen spelen.

Er dient een duidelijke structuur te komen waarbij op regelmatige basis gesprekken kunnen plaatsvinden tussen beleidsmakers en de stakeholders uit deze sector. De specifieke uitdagingen en kansen zijn in dit dynamische veld continu in ontwikkeling en zijn het best te herkennen en definiëren binnen het werkveld. Input uit eerste hand kan helpen om betekenisvolle keuzes en lange-termijn strategieën te ontwikkelen waarbij de politieke realiteit aansluit op de noden en kansen van de werkvloer.

Daarnaast dient een gecentraliseerde onderzoeksagenda opgesteld te worden waar de diverse kennisgebieden in kaart gebracht worden en de uitkomsten worden gedeeld. Organisaties zoals de Boekmanstichting, het Europese TransmiXR, de Nederlandse Audiovisuele Producenten Alliantie NAPA, het Rathenau instituut, Universiteit van Amsterdam en Universiteit Utrecht kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Voor het coördineren van dit soort onderzoek en agenderen van sectorbrede en complexe onderwerpen zoals verduurzaming, archivering, distributie, diversiteit en inclusie, en fair practice ontbreken nog de middelen om binnen de sector deze taken uit te voeren. Het gaat hierbij niet alleen om kennisontwikkeling en informatievoorziening naar beleidsmakers, maar ook om het vergroten van zichtbaarheid naar het bredere publiek door middel van publicaties, nieuwsbrieven en event-overzichten. Op het gebied van archivering zou Het Nieuwe Instituut een rol kunnen spelen. Zij hebben bij de archivering van digitale cultuur op dit moment een coördinerende rol in het netwerk van het Netwerk Archieven Design en Digitale Cultuur (NADD): een samenwerkingsverband van erfgoedinstellingen, kennis- en onderzoeksinstellingen en individuele archiefhouders gericht op Nederlands ontwerperfgoed (design en digitale cultuur).

Maar, naast de zaken die de sector momenteel met bestaande instellingen en partners kan bewerkstelligen, zijn er ook zaken nodig waarvoor structureel financiële middelen in de sector ontbreken. Zo zouden er meer permanente plekken moeten komen die financiering ontvangen om door het jaar heen aandacht te besteden aan Digitale Cultuur in de vorm van tentoonstellingen, debat- en educatieve programma's, educatietrajecten en publicaties. Ook dit zal de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de sector verhogen

Ook bestaat een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling en innovatie in deze sector uit tijd en ruimte om in multidisciplinaire teams nieuwe kennis te genereren en te delen. Budget voor vrijplaatsen, digitale speeltuinen en labs waar makers elkaar kunnen ontmoeten en nieuwe projecten kunnen ontwikkelen is cruciaal voor de weerbaarheid van de sector. Er moet onderzocht worden in hoeverre dit soort labs als fysieke plaatsen gekoppeld kunnen worden aan opleidingen en talentontwikkelprogramma's. Er moet coördinatie en overview komen op alle bestaande labs, en wie welk onderzoek op zich neemt; een inventarisatie van het huidige veld, waar de tekorten zitten en welke onderzoeksdomeinen niet aan bod komen. 

Om de opleidingen en studenten verder te stimuleren en zichtbaarheid te vergroten kunnen Student Awards  opgezet worden waar studenten zich vanuit verschillende disciplines op kunnen richten. 

De sector moet kunnen groeien, er moeten meer projecten ontwikkeld worden als best practice waarbij innovatief onderzoek uitmondt in toonaangevende projecten die landelijk en internationaal gedistribueerd worden. Hiervoor dienen mid-career makers ruimte te krijgen om zich te kunnen ontwikkelen, hun praktijk en teams te consolideren en uitbreiden, en structureel R&D te kunnen blijven uitvoeren.

Op al deze punten is niet alleen extra budget, maar ook beter geoormerkt budget van groot belang. Makers en festivals zijn onevenredig veel tijd kwijt aan de financiering van elke stap die ze zetten, waardoor de energie en aandacht die aan de inhoud besteed zou moeten worden verdampt. Dit is niet duurzaam. 

Er dienen voor de verschillende spelers van het Digitale Cultuurveld (makers, producenten, festivals tot kenniscentra, archieven, opleidingen en labs) projectgelden en meerjarenregelingen komen waarmee onderzoekstrajecten, de realisatie en distributie van projecten gerealiseerd kunnen worden. Op die manier komt er ruimte voor langetermijnplanningen, meer (internationale) samenwerkingen en ontstaat er meer stabiliteit waardoor ruimte komt voor belangrijke thema’s als fair practice, diversiteit en inclusie, duurzaamheid en gedeelde agenda’s op het terrein van onderzoek en ontwikkeling. Ook moet er budget beschikbaar komen voor een centraal platform om bottom-up communicatie en kennisdeling voor het hele Digitale Cultuurveld en een grotere zichtbaarheid in het maatschappelijke discours mogelijk te maken, ook richting de culturele/inhoudelijke journalistiek. 

Kostenberekening

Voor de komende beleidsperiode stellen wij een jaarlijks programma voor als toevoeging op de bestaande regelingen, dat gefaseerd wordt opgebouwd. 

Het eerste jaar zal de focus liggen op onderzoek, opbouw en ontwikkeling waarvoor een budget van € 7 miljoen noodzakelijk is. Het tweede jaar kan doorgebouwd worden op deze investeringen en zal het veld verder groeien richting een grotere distributie en meer podia met extra steun van € 9 miljoen. In het derde en vierde jaar zal de extra groei en de internationale distributie kunnen toenemen en zal er € 11,5 miljoen per jaar beschikbaar moeten zijn. 

Richtlijn voor de verdeling van de gelden in jaar drie en jaar vier zouden als volgt moeten zijn:

• 30 innovatieve onderzoeksprojecten variërend van web-based tot transmediaal, games, VR en installaties aan te vragen door omroepen, nieuwsmedia, innovatieve mediaproducenten, kunstenaars, kunstinstellingen en maatschappelijke organisaties tuusen de €100.000à € 250.000 per stuk. Deze onderzoeksprojecten kunnen al dan niet ontwikkeld worden in samenwerking met verschillende instellingen en labs binnen een nader in te richten structuur.
Kosten: € 3 miljoen per jaar

• De realisatie van 15 projecten gericht op publieke vertoning en een ontmoetingsplaats voor professionals à € 100.000 per stuk
Kosten: € 1,5 miljoen per jaar

• Ondersteuning van een aantal taken, bijvoorbeeld ingebed in bestaande organisaties of/en in samenwerkingsverband, gericht op het behartigen van de belangen van de sector. Onderzoeksonderwerpen worden aangedragen, gecoördineerd en verzameld, doorlopende gesprekken met beleidsmakers worden geïnitieerd, en de zichtbaarheid van de sector vergroot door middel van inhoudelijke publicaties. Fair practice, diversiteit en inclusie worden ondersteund en gestimuleerd, en er moet een vraagbaak zijn voor zakelijke, juridische en andere kennisaspecten die specifiek zijn voor deze sector. De koppeling tussen de markt en de maker, de diverse onderwijsvelden en de diverse belendende sectoren moeten worden verzorgd met extra middelen. .
Kosten: € 1,5 miljoen 

• Ondersteuning van 10 projecten voor nationale en internationale distributie à € 50.000 elk.
Kosten: € 500.000 

• 20 projecten vanuit talent ontwikkelprogramma's voor alumni van opleidingen zoals Sandberg Instituut, HKU, BUAS, Design Academy Eindhoven, St Joost en Filmacademie et cetera à € 50.000.
Kosten: € 1 miljoen 

• Tegemoetkoming aan 20 presentatieplekken per jaar waar nieuw talent, best-practice projecten met hoge zichtbaarheid een podium vinden à € 150.000 per locatie:
Kosten: € 3 miljoen 

• Archivering en collectiebeheer, onderzoek en ontwikkeling van methodes en ontsluiting en toegankelijk maken: € 1 miljoen 

Repitition at My Distance, Gabey Tjon a Tham

Wij hopen met deze Moonshot inzichtelijk te hebben gemaakt wat het belang is van deze sector en waar kansen liggen. Wij zetten in op een beleid waarmee de Digitale Cultuursector wortels krijgt en kan doorgroeien, niet alleen op nationaal maar zeker ook internationaal niveau.

Graag willen we verder praten en meedenken over hoe we ons shot for the moon kunnen realiseren.

— Het Digitale Cultuur veld

More Moiré, Philip Vermeulen